|
||||||||
De Amerikaanse jazzpianiste Lynne Arriale (1957) behoort tot de crème de la crème van de hedendaagse klavierleeuwen. Sinds 1994 heeft zij inmiddels 15 albums op haar naam staan. Vrijwel alle albums nam ze op in trio bezetting, de laatste twee zoals hier met de Amerikaanse drummer E.J.Strickland (1979) die een eigen kwintet heeft en thuis is in moderne jazz, wereldmuziek, hiphop en Afro-Cubaanse muziek. Op contrabas is er de Nederlandse coryfee Jasper Somsen (1973) die hier ook als co-producent actief was, hij behoort langzamerhand tot de Europese top en maakte fantastische albums met grootheden als Enrico Pieranunzi, Bob Sheppard en Jean-Michel Pilc. Het thema op dit album is de politieke strijd over ongelijkwaardigheid van ras, democratische waarden en culturele diversiteit, de titel “Chimes of Freedom”, het charismatische nummer van Bob Dylan uit 1964 geeft dat al aan. Er zijn al heel veel piano trio’s bij mij langsgekomen ter beoordeling en ze klinken toch allemaal anders, ook dit trio heeft zijn eigen karakter door de helderheid, de duidelijke aanwezigheid van melodie en de bijzondere synergie tussen de leden van het trio. In de “hoestekst” wordt verwezen naar een avond in maart 1965 als duizenden mensen met zowel deelnemers als supporters van de laatste Selma burgerrechtenmars geleid door Dr. Martin Luther King waren samengekomen in de buitenwijken van Montgomery, Alabama, waar hij de volgende dag een demonstratie zou leiden. De deelnemers werden onderhouden door een impromptu concert door muzikanten als Harry Belafonte, Tony Bennett, Peter, Paul and Mary, Sammy Davis, Joan Baez, Nina Simone e.v.a. Dat gebeuren staat sindsdien bekend als een perfect voorbeeld van de ondersteunende rol van de populaire muziek in de beweging van sociale hervormingen, met name die van de burgerrechten campagne die zich afzette tegen de eeuwenlange raciale onderdrukking in de V.S. Deze muzikanten en ook anderen als Woody Guthrie, Pete Seeger en Bob Dylan traden in het voetspoor van een traditie van sociaal commentaar die al was gestart door zwarte jazz muzikanten in het begin van de 20ste eeuw, zoals Jelly Roll Morton met “Kansas City wild man blues”, Louis Armstrong met “What did I do to be so black and blue”en natuurlijk Billie Holliday met “Strange Fruit”. Inmiddels, meer dan 50 jaar na het aannemen van de Civil Rights Act, is de situatie in Amerika weer terug bij nul, raciale vijandigheid en politieke onenigheid vooral veroorzaakt door ene Donald die weliswaar de domheid deelt van de Walt Disney stripfiguur maar gesteund wordt door de kwalijk riekende massa idioten die je overal vind op het Amerikaanse platteland. Daartegen en ook tegen de wereldwijde verrechtsing zet Lynne Arriale zich af met haar muziek. De cd begint met een duistere uitvoering van de beroemde spiritual “Sometimes I feel like a motherless child”, in dit geval een verwijzing naar de massale ontvoering en opsluiting van onschuldige kinderen aan de zuidgrens van de V.S. “3 Million Steps” schetst het beeld van de vluchtelingen die de 3 miljoen stappen moeten afleggen van Guatamala naar de zuidelijke grens van de V.S. De betrokkenheid en de inzet spat er vanaf in dit nummer. In “The Dreamers” word de angst weergegeven van 800.000 immigrantenkinderen in de VS die werden beschermd door DACA, maar nu deportatie kunnen verwachten onder de hedendaagse regering. En zo hebben alle nummers hun politieke lading, maar zonder wetenschap daarvan is het muzikaal enorm genieten van het warme en oorstrelende spel van Lynne met haar magistrale begeleiders. Het album eindigt met twee vocale nummers gezongen door de fantastische zangeres K.J. Denhert, het is het titelnummer “Chimes of Freedom” van Dylan en “American Tune”van Paul Simon, eerlijk gezegd raken deze versies mij meer dan de originelen. Om het kort samen te vatten, een fabuleus album, zowel muzikaal als qua politieke strekking ! Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||